Over ons

Beeldend kunstenaar Paul Bruijninckx en meubelmaker Nol Breebaart ontmoetten elkaar tijdens de organisatie van een kunstproject voor kinderen in de Haagse Schilderswijk. Voor vakman Breebaart is het belangrijk dat kunstwerken goed gemaakt zijn; voor hem is een sculptuur pas kunst als hij kan zien dat er bloed, zweet en tranen in zitten. Op de kunstacademie heeft Bruijninckx niet alleen de techniek van het etsen onder de knie gekregen, maar tevens geleerd dat ook een idee een kunstwerk kan zijn. Door samen te werken komen die twee werelden nu bij elkaar, waarbij Bruijninckx zich nadrukkelijk profileert als de kunstenaar en Breebaart als de ambachtsman.

Het is niets nieuws dat een kunstenaar een vakman inschakelt om zijn creativiteit tot uitdrukking te brengen in een techniek die hij niet beheerst, maar vaak is er dan sprake van een opdrachtgever enerzijds en een uitvoerder anderzijds. Bruijninckx en Breebaart zitten echter samen aan hun werktafel in Den Haag.

Bruijninckx begint met een schets op papier. Een schets is uiteraard tweedimensionaal, dus op het moment dat Bruijninckx moet uitleggen hoe hij die schets voor zich ziet in ruimtelijke vorm, ontstaat de dialoog. Breebaart kan dan de lijnvoering bijsturen of nieuwe materialen aandragen. Soms weet de ambachtsman niet direct hoe hij het idee van de kunstenaar kan uitvoeren, maar dat dwingt hem dan om nieuwe technische oplossingen te zoeken. En die oplossingen leiden weer tot nieuwe ideeën bij Bruijninckx, die zij uitsluitend gezamenlijk kunnen realiseren.

In hun vroegste sculpturen van mdf zijn nog herkenbare voorstellingen te ontwaren, maar gaandeweg zijn hun kunstwerken steeds abstracter geworden, waardoor meerdere interpretaties mogelijk worden. Breebaart en Bruijninckx zijn zich steeds meer gaan toeleggen op de hoofdvorm, die vaak symmetrisch en geometrisch is.

Door de wisselende lichtval ontstaan schaduwen op de vlakverdeling, die steeds andere nuances in de vormen benadrukken. Die vormen zoeken het spanningsveld op tussen recht en krom; daar waar dat wat strak is kromt, en dat wat gebogen is weer recht trekt. Organische groeiprocessen zijn daarbij een belangrijke inspiratiebron. Bruijninckx: “Volgens mij komt het ook door onze samenwerking dat ik steeds vaker vormen teken die samenkomen en weer uiteengaan.”

Door hun witte kleur lijken de grote sculpturen uit de witte muren te groeien. Door die kleur ademen de abstracte kunstwerken tevens een kalme, sacrale sfeer. Subtiele verschillen in dikte en diameter van het materiaal, evenals de vormen die net niet helemaal kloppen, nodigen de beschouwer uit om eens rustig en aandachtig wat langer te kijken – een tegengif tegen onze voorbijflitsende beeldcultuur.